“Dat zeg jij alleen maar omdat ik een buitenlander ben” Ik zit tijdens het straf-uur achter mijn bureau. De “stoute kindjes” op deze school mogen in de laatste twee lesuren van de schoolweek nablijven. Voor mij nooit een straf. Ik hou van middelbare-school-boeven. Dus ik hoor ze enthousiast uit over waarom ze na moeten blijven. En tegen boefje X maak ik een opmerking over zijn terugkeer. Dit leidde tot zijn provocerende uitspraak. Uitdagend blijft hij me aankijken. Maar als ik goed in zijn bruine ogen kijk zie ik ook een vleugje onzekerheid, een mix van bravour en boosheid en… een pretlichtje.
Ik verstond hem niet, oprecht niet. Dus ik vraag om te herhalen wat hij zei. De andere leerlingen houden hun adem in. “Ow laat maar” krijg ik als antwoord. Maar door de omgeslagen sfeer was ik niet van plan dit te laten gaan. “Kan iemand X uitleggen dat bij mij eerlijkheid de hoogste prioriteit heeft? X kent mij nog niet, dus wellicht dat deze memo belangrijk is” Het blijft een tijdje stil.
Dan zegt een andere jongen “zij is chill, hoor, je kunt beter ff zeggen wat je zei, anders gaat het heel lang duren” Kijk. Een kenner. X kijkt me recht aan en zegt “dat je die opmerking alleen maakt, omdat ik een buitenlander ben.” Even ben ik in shock. “serieus?” vraag ik “dit is jouw beeld van mij? Heb jij vorige week niet veelvuldig bij een collega docent terug moeten komen?”
Rustig blijf ik hem aankijken. “Ow ja” was het enige antwoord dat ik kreeg. “Best logisch maakt dat mijn opmerking, toch?” Hij knikt een keer. Opeens bedenk ik me dat dit zijn referentiekader wel eens kan zijn. Hoe vaak zal hij in zijn leven al aangesproken zijn ómdat hij buitenlandse roots heeft? Hoe vaak zal hij het voordeel van de twijfel niét gekregen hebben? En zou het kunnen dat hij, en vele jongeren met hem, dit als standaard uitgangspunt heeft gemarkeerd in het brein. Hoeveel makkelijker is het dan, om je maar gewoon aan te passen aan die verwachtingen en precies te doen wat men toch al denkt? Lastig zijn. Gedoe veroorzaken. Niet aan regels houden…
Maar we hebben het hier over gymnasiumleerlingen, hé? Zonder dat ik wil generaliseren, toch vaak niét de jongeren die problemen veroorzaken in de maatschappij. Nablijven is hier vaak de straf voor verslapen of ongeoorloofd van het schoolplein. En dat is het dan. Weinig vapen op de wc’s. Geen gerotzooi in het dorp. Geen gevaarlijke situaties onderling. En vechten al helemaal niet. En dus heel veel hersenen. Oeverloos in discussie is wat je hier kunt verwachten. Een uiteengezette redenatie waarom dat het noodzakelijk was even het schoolplein te verlaten. Debatteren over de onredelijkheid van een docent. Dat is het kaliber.
Dus ik zit hier met de braafste boefjes die ik ken en word in de categorie racist weggezet. Pijnlijk, geef ik eerlijk toe. En het voelde ook oneerlijk, want wat weet hij nou van mij? Dus ja dan kan ik het niet laten om het tegenlicht te zijn. En onzichtbare feiten zichtbaar te maken.
“Hoe komt het dat jij denkt dat ik tegen buitenlanders ben?” “Omdat alle docenten dat zijn” Hij zucht er van. “Okay” antwoord ik “bijzonder uitgangspunt. En wat nou als ik jou zeg dat mijn familie dezelfde huidskleur heeft als jij? Verwacht je dan nog steeds dat ik tegen buitenlanders ben?” “Jij bent wit, mevrouw” “Dus?” nu ben ik degene die uitdagend kijkt. “hoe vaak heeft de opmerking dat iemand jou alleen zo behandeld omdat je buitenlander bent jou al geholpen, X?“ vraag ik . X moet glimlachen. Hij geeft toe dat het heel vaak er voor zorgt dat mensen hem verder met rust laten. Aha, het levert hem dus we degelijk iets op. “heb jij ff vette pech, maat, dat je precies de verkeerde treft! Mijn hele familie heeft jouw kleur. Mijn broer en ik zijn de enige écht witte in onze familie. De rest heeft namelijk wél het Indische uiterlijk van onze ouders meegekregen…” Ik heb nu een lokaal vol verbazing. En ongeloof. Niet raar ook. Want ik ben 1.75 meter blanke huid vol sproeten, fel blauwe ogen en lange rode haren. De andere jongens moeten lachen. “hahaha L gepakt, X” (voor de mede-boomers onder ons: een verlies geleden)
De rest van de twee straf-uren hebben we gewoon gekletst over dat niet alles aan de buitenkant te zien is. We hebben gesproken over oordelen en vooroordelen. Over waar je tegen aan kunt lopen als mensen je verkeerd inschatten. Maar de verbazing bleef het grootst bij het zien van jeugdfotos van mijn moeder: hoe kon zij in godsnaam een witte ginger op de wereld zetten?! Eindconclusie: gingers zijn net onkruid….
Laat ik daar maar geen punt van gaan maken 😉
Recente reacties